Ondertitel: Voor metallurgisch onderzoekcentrum CRM
Tekst: <p>In deze nieuwe opslaghal van 260 m² kan het Centre de Recherches Métallurgiques zijn producten in de kijker zetten, ongeacht of ze reeds verkrijgbaar zijn op de markt of zich nog in het onderzoeksstadium bevinden. Het nieuwe gebouw, dat grenst aan de bestaande hal, is opgetrokken uit een metalen skelet van ongeveer 14 ton. Dit laatste bestaat uit zes warmgewalste S235-stalen portieken met een asymmetrisch profiel. </p>
<p>Het is de bedoeling dat de gevels mettertijd evolueren, met dank aan het dubbelwandige ARCHISOL-systeem (ArcelorMital): sandwichpanelen die aan de draagstructuur verankerd zijn en die een verschillende afwerking kunnen krijgen. Ten slotte zullen de gebruikte platte en gegolfde staalplaten ook een architecturale meerwaarde vormen door een reliëfspel te genereren dat versterkt wordt door de glinsterende afwerking van het oppervlak, waardoor de gevels als het ware in beweging komen en een unieke uitstraling krijgen.</p>
Plaats: Avenue du Bois Saint-Jean 21 B-27, Liège
Opdrachtgever: CRM - Centre De Recherches Métallurgiques, Bruxelles
Architect: helium3 architectures, Liège
Studiebureau: Bureau d'études Greisch, Angleur (Liège)
Hoofdaannemer: BSP Construction, Liège
Staalbouwer: BSP Construction, Liège
Ander staal: ArcellorMittal Construction Belgium, Geel (fourniseur) / CRM GROUP, Liège
Infosteelleden: Bureau d'études Greisch / BSP Construction /ArcelorMittal Construction Belgium
Ondertitel: Versmelting van productielijn en gebouw
Tekst: <p>Aperam Genk nam recentelijk een nieuwe gloei- en beitslijn (BUL4) en een koudwals (CRM5) in gebruik. In de CRM5 (Cold Rolling Mill) start het koudwalsproces. Deze dient om het dikkere materiaal van de warmwals in Châtelet dunner te walsen. In BUL4 – 400 m lang, 19 m breed en hoogtes variërend van 15,5 tot 34m en een toren van 52 m - wordt het staal uitgegloeid en gebeitst. </p>
<p>Het gebouw van BUL4 werd niet als omhulsel van de machine geconcipieerd maar maakt er wezenlijk deel van uit. Eén en ander heeft gevolgen op de bouwwijze, de stijfheid, de toleranties en belasting van het gebouw. Opvallend zijn de enorme momentknopen, naast de zware constructies om de interne horizontale krachten afkomstig van de bandtractie te kunnen opnemen. </p>
<p>Verder vormde de uitzetting een grote uitdaging. Om de invloed van de temperatuur en de uitzetting te beperken werd besloten de 240 m lange zone 4 in vijf velden op te delen met daartussen verbandvelden.</p>
Tekst: <p>De bouwvorm van deze vrijstaande woning in het Waaslandse groen is met wat verbeelding te omschrijven als twee over elkaar geschoven blokjes, alsof ze samen een duet zingen. Twee rechtgeaarde volumes, twee identiteiten die een beeldende spanning opleveren (beton versus staal). De stalen draagstructuur – gestraald en geschilderd in lasprimer en grondverf – is opgevat als een skelet van warmgewalste profielen (circa 15 ton S235-staal). </p>
<p>Het bovenste volume van de woning is bekleed met antracietkleurige sandwichpanelen en maakt een zijdelingse oversteek van 3,2 en 1 meter naar de straatkant. De mezzanine bestaat uit een roostering met stalen sigmaprofielen, waarvan één hoek opgehangen is met een Ø18mm-staaf. De elegante hemelse trap in de woonkamer is gemaakt van platstaal, met wanden en een onderzijde in 15 cm dikke stalen sandwichpanelen. Aan de voorkant van de woning weert een semitransparante stalen omheining met poort al te nieuwsgierige blikken.</p>
Plaats: Privé
Opdrachtgever: Privé
Architect: IMPULS(E) architecten, Brussel
Studiebureau: Yzersterk, Nieuwkapelle (Diksmuide)
Hoofdaannemer: MAC Allaeys, Sint-Niklaas
Staalbouwer: MAC Allaeys, Sint-Niklaas
Ander staal: MAC Allaeys, Sint-Niklaas
Infosteelleden: MAC Allaeys
Foto: Tim Van de Velde (tim van de velde photography)
Ondertitel: Met staal als cruciaal en recycleerbaar bouwelement
Tekst: <p>Met staal als cruciaal en recycleerbaar bouwelement<br>
Het project voor een nieuw kantoorgebouw dat alle algemene diensten groepeert van ORES, de belangrijkste distributienetbeheerder in Wallonië, vormde een ideale gelegenheid om de principes van circulair bouwen toe te passen, met veel inwisselbare en demonteerbare elementen. </p>
<p>Zo is ook stalen kolomstructuur is relatief gemakkelijk te demonteren. Om grote overspanningen van 11 m te kunnen realiseren, werden de stalen buizen met een diameter van 355 mm (begane grond) en 273 mm (eerste en tweede verdieping) gebruikt als kolommen, opgevuld met beton. Deze kolommen dragen stalen I-profielen die zijn ingebed in de vloerplaten. </p>
<p>Ook aan de buitenkant van het ORES-gebouw speelt staal een prominente rol, meer bepaald in de vorm van uitkragingen, terrassen met zichtbare kolommen en luifels in strekmetaal. Dankzij zijn vooruitstrevende ontwerp, modulariteit en aanpasbaarheid symboliseert het ORES-hoofdkantoor de voortdurende transformatie van het bedrijf. </p>
Ondertitel: Contact van de stad met haar rivier hertekenen
Tekst: <p>De Leiewerken in Harelbeke maken deel uit van het Seine-Scheldeproject waarbij de vaarweg tussen beide rivieren wordt aangepast aan de komst van langere schepen met grotere ladingen. </p>
<p>Deze grootschalige infrastructurele ingreep werd de aanleiding om dit overgebleven gebied tussen oude en nieuwe Leiearm te ontwerpen als een echt eiland. Het Moleneiland is ideaal om er als fietser of wandelaar even te pauzeren en te genieten. Op de tip van dit eiland werd uitkijkplatform geplaatst. Het is een soort monument waardoor het industrieel erfgoed een mooie plek krijgt. Harelbeke liet een oude hefportiek over de Leie ombouwen tot een uitkijkplatform. Het platform (10 x 17 m) is via een stalen draaitrap te bereiken en op 9 m hoogte kan men genieten van het uitzicht en het vernieuwde landschap.</p>
Plaats: Watermolenstraat, Harelbeke
Opdrachtgever: De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio West
Architect: Bureau Bas Smets, Brussel
Studiebureau: SBE ingeneering consultants, Sint Niklaas
Ondertitel: Speelse uitstraling met gegalvaniseerd staal
Tekst: <p>Vlak bij de kerk van Loonbeek, op een enigszins ‘verborgen’ site achter een historische en recentere bebouwing aan de Sint-Jansbergsteenweg, werd een nieuwbouw met een lagereschool- en kleuterafdeling opgetrokken. In het ontwerp werd de relatie met de glooiende omgeving versterkt via de weloverwogen inplanting van het gebouw én de interactie tussen buiten en binnen via uitgekiende zicht- en toegangsopeningen in de gevels, die zijn afgewerkt met klassieke gevelsteen en verticaal houten latwerk.</p>
<p>Samen met de geknikte dakvormen creëert de kronkelende stalen luifel (13,5 x 5 meter + 11,7 x 2,6 meter) een speelse, kleinschalige uitstraling, waardoor het geheel een uitnodigend karakter krijgt. De karakteristieke luifel bestaat uit gegalvaniseerde kolommen, liggers en een dakbedekking in sandwichpanelen. Hij versterkt een eerste as vanaf de schoolpoort naar de beglaasde hoofdinkom en vormt op die manier een ideaal oriëntatiepunt voor bezoekers. </p>
Ondertitel: Toepassing van het ‘ruwbouw is afbouw’-principe.
Tekst: <p>De voorbije zomer trok doe-het-zelfretailer Brico in zijn gloednieuw hoofdkantoor op het bedrijvenpark Westgate in Groot-Bijgaarden.</p>
<p>Het plan van het gebouw gaat uit van een maximaal open structuur. De architecturale volumewerking van dit meerlagig concept is duidelijk zichtbaar. Er zijn vier verschillende lagen. De gelijkvloerse verdieping is een gesloten hal met witgelakte stalen golfplaten gemonteerd op rotswolpanelen. De lagen erboven zijn kantoorruimtes en zijn afzonderlijk leesbaar door de ritmeringen van de vliesgevels.</p>
<p>Opmerkelijk is de toepassing van het ‘ruwbouw is afbouw’-principe. Er werd namelijk gekozen om deze elementen ook te tonen in de afwerking van het gebouw. Er werden verlaagde plafonds geplaatst maar de technieken werden zichtbaar gelaten en op een esthetische manier afgewerkt. De stalen kolommen en welfsels zijn dus overal zichtbaar. Alles samen werd voor deze werf meer dan 300 ton staal gebruikt. De staalconstructie zelf werd gelakt, de buitenzijde gemetalliseerd en gepoederlakt.</p>
Tekst: <p>Voor de Europese Commissie in Brussel is aan de voet van het Berlaymontgebouw een ellipsvormig paviljoen opgetrokken om bezoekers te ontvangen en het terrein beter te beveiligen.</p>
<p>De voornaamste uitdaging voor de architect bestond erin om een eenlagig paviljoen van slechts 400 vierkante meter te ontwerpen dat harmonieus kon worden ingepast naast het iconische gebouw waartoe het toegang geeft, terwijl het toch direct zichtbaar en herkenbaar moest zijn voor bezoekers.</p>
<p>Het gebouw bestaat uit een stalen structuur met kolommen en een ellipsvormig dak. Dit laatste bestaat uit een waterdichting met daarop een dakbekleding in geborstelde inox. Het geheel wordt doorbroken door een kleine glazen koepel die voor natuurlijke lichtinval zorgt. Deze ‘schaal’ in geborstelde inox is strekt zich uit over de ingangen, met spiegelende gepolijste inox aan de onderzijde.</p>
Tekst: <p>Drie metalen kooien, vijf metalen bomen, drie gemotoriseerde poorten en achter de schermen ook nog zeven betonnen kooien met rvs-traliewanden en poorten: de orang-oetangs in Planckendael kregen een kwalitatieve nieuwe verblijfplaats. Deze werd opgebouwd in een bestaande serre van 100 x 100 meter, met een hoogte van 9 meter. Een metalen ringbalk fungeert als basis voor kaders van 2 meter breed en 5 meter hoog met stalen netten, die goed zijn voor een totaalgewicht van 11 ton. De dakligger is een vakwerk, bestaande uit 100x100x5- en 60x60x3-kokers: sterk genoeg voor een overspanning van 12 meter en een slingerende aap van 150 kilo. </p>
<p>Aangezien orang-oetangs de slimsten onder de apen en meesters in het ontsnappen zijn, is er een minimum aan geboute verbindingen gebruikt. Op plaatsen waar dit onvermijdelijk was, werden de moeren gelast om te voorkomen dat ze kunnen worden losgedraaid. De metalen bomen, die volledig werden uitgetekend in 3D, hebben een omtrek en een hoogte van circa 8 meter. De geautomatiseerde poorten hebben een metalen blad van 600 kilo. </p>
Ondertitel: Minimalistisch publiek gebouw in staal
Tekst: <p>Dit minimalistische complex, dat is opgedeeld in drie entiteiten, herbergt het administratief en technisch centrum van de sociale huisvestingsmaatschappij van de regio Bergen. Een ‘poreuze behuizing’ waarborgt de verbinding tussen alle onderdelen van het project en maakt er één geheel van. De sobere, monochrome gebouwen zijn uitgerust met een gemengde draagstructuur in beton en staal en een stalen dak met een totale oppervlakte van 1350 m².</p>
<p> Het gebruik van S255- en S355-staal bood een grote vrijheid qua vorm, textuur en toepassing. De gevels zijn afgewerkt met een aluminium beplating op een frame in gegalvaniseerd staal. Natuurlijk licht wekt het gebouw tot leven, naargelang het tijdstip van de dag, en speelt met de geplooide, glanzende en geperforeerde textuur van de aluminiumbekleding. Binnen is een monumentale wenteltrap in wit gepoedercoat staal gerealiseerd, die de abstracte esthetiek van de gebouwschil herneemt.</p>
Plaats: Cité du Festinoy, avenue du Millénaire, Ghlin
Opdrachtgever: Immobilière sociale toit & moi, Mons
Architect: MATADOR, Forest
Studiebureau: Bureau d'études Greisch, Angleur (Liège)
