Tekst: <p>De volkswijk 'de Marollen', waar het hart van Brussel klopt, heeft de voorbije jaren heel wat veranderingen ondergaan.Terwijl er wordt nagedacht over de herbestemming van het monumentale Justitiepaleis trekt recht daartegenover, aan de andere kant van de Miniemenstraat, de renovatie van 150 sociale woningen van de Brusselse Haard door architectenbureau Philippe Samyn and Partners in opdracht van Beliris, de aandacht van voorbijgangers, buren of wandelaars.</p> <p>Elegante balkons in gegalvaniseerd staal bevestigd tegen de gevels veranderen de visuele en symbolische perceptie van dit geheel dat in 1959 werd gebouwd volgens de plannen van de architecten van de Groep Alpha (aan wie we ook het Rijksadministratief Centrum danken).</p>
De volkswijk 'de Marollen', waar het hart van Brussel klopt, heeft de voorbije jaren heel wat veranderingen ondergaan.Terwijl er wordt nagedacht over de herbestemming van het monumentale Justitiepaleis trekt recht daartegenover, aan de andere kant van de Miniemenstraat, de renovatie van 150 sociale woningen van de Brusselse Haard door architectenbureau Philippe Samyn and Partners in opdracht van Beliris, de aandacht van voorbijgangers, buren of wandelaars.
Elegante balkons in gegalvaniseerd staal bevestigd tegen de gevels veranderen de visuele en symbolische perceptie van dit geheel dat in 1959 werd gebouwd volgens de plannen van de architecten van de Groep Alpha (aan wie we ook het Rijksadministratief Centrum danken).
Tekst: <p>Het Musée des Confluences dankt zijn naam aan drie goede redenen. Naast de geografische ligging, aan de samenvloeiing van de Rhône en de Saône, helemaal aan het uiteinde van de Lyonese schiereiland, is dit museum de erfgenaam van talrijke in de loop der tijd erkende musea en is zijn wetenschappelijke project gebaseerd op het samenkomen van kennis en disciplines die samen een groot verhaal schetsen vanaf de oorsprong van het leven tot aan de organisatie van de menselijke samenleving, tot en met hun afbeeldingen van het hiernamaals. Met een zekere ondeugendheid hebben de ontwerpers van het gebouw voor een duidelijk organische vorm gekozen, naar het beeld van de prehistorische dieren waarvan de reuzenfossielen in de permanente tentoonstellingsruimte tronen. </p> <p>De constructie ligt in de lijn van de gebruikte beelden. Het ‘kristal’ is een verbazende glaspartij waarvan het metalen geraamte met slanke krommingen zich tot op een hoogte van 40 m verheft, steunend op een soort van centrale trechter, ‘zwaarteput’ genoemd. Een hellend vlak slingert rond deze sculptuur van glas en staal en leidt naar de ingang van de ‘wolk’ die het lichaam van het museum vormt. Drie hoofdpijlers en twaalf palen dragen de imposante massa van 6600 ton staal van de ca. 650.000 elementen waarvan 25.000 ton gelaste gehelen en liggers met een overspanning van 27 m. Dit gigantische skelet, een sterk staaltje van de burgerlijke bouwkunde, zit volledig verborgen in de dubbele binnenwanden en in de mantel van het gebouw dat de getormenteerde contouren van het skelet overneemt.</p>
Het Musée des Confluences dankt zijn naam aan drie goede redenen. Naast de geografische ligging, aan de samenvloeiing van de Rhône en de Saône, helemaal aan het uiteinde van de Lyonese schiereiland, is dit museum de erfgenaam van talrijke in de loop der tijd erkende musea en is zijn wetenschappelijke project gebaseerd op het samenkomen van kennis en disciplines die samen een groot verhaal schetsen vanaf de oorsprong van het leven tot aan de organisatie van de menselijke samenleving, tot en met hun afbeeldingen van het hiernamaals.
Met een zekere ondeugendheid hebben de ontwerpers van het gebouw voor een duidelijk organische vorm gekozen, naar het beeld van de prehistorische dieren waarvan de reuzenfossielen in de permanente tentoonstellingsruimte tronen. De constructie ligt in de lijn van de gebruikte beelden. Het ‘kristal’ is een verbazende glaspartij waarvan het metalen geraamte met slanke krommingen zich tot op een hoogte van 40 m verheft, steunend op een soort van centrale trechter, ‘zwaarteput’ genoemd. Een hellend vlak slingert rond deze sculptuur van glas en staal en leidt naar de ingang van de ‘wolk’ die het lichaam van het museum vormt. Drie hoofdpijlers en twaalf palen dragen de imposante massa van 6600 ton staal van de ca. 650.000 elementen waarvan 25.000 ton gelaste gehelen en liggers met een overspanning van 27 m. Dit gigantische skelet, een sterk staaltje van de burgerlijke bouwkunde, zit volledig verborgen in de dubbele binnenwanden en in de mantel van het gebouw dat de getormenteerde contouren van het skelet overneemt.
Roestvrijstalen schaal of wolk
Na de transparantie van de kristallen hal volgt de ondoorgrondelijkheid van het museum dat in zijn diepe binnenste de tentoonstellingszalen bevat die ontworpen zijn als moduleerbare, scenografische ‘zwarte dozen’. Ze zijn samengevoegd in een mantel die even onbestemd als vol beweging lijkt te zijn als een cumulonimbus die het gebouw met de samenvloeiing van de twee rivieren laat versmelten. De bekleding van deze opgehangen massa met talrijke facetten weerkaatst een wisselend licht, al naargelang van de wolkenhemel. De keuze voor roestvast staal heeft het mogelijk gemaakt om het gewenste ‘wolk-effect’ te realiseren. Het gesatineerde en homogene uitzicht van het oppervlak werd verkregen door uiterst fijn stralen met kleine kogeltjes van Uginox Mat-plaat in de kwaliteit 316L.
Tekst: <p>Na een tien jaar durende metamorfose van de stationsomgeving werd de uitdaging aangegaan de lege vlek op de Tiensevest, met zijn beperkte oppervlakte van 210 m² en breedte van 6 m, met voldoende kantoorruimte voor KBC in te vullen. Dit werd bereikt met een 10 m grote uitkraging op de eerste verdieping over het voetpad aan de ringweg. Dit concept straalt meteen ook de architecturale kracht van het gebouw uit.</p>
Tekst: <p>Achter de binnentuin werden de kantoren van SBE, een studiebureau gespecialiseerd in staalstructuren, verder uitgebreid. Op deze site was een oude fabriekshal aanwezig, die in slechte toestand verkeerde. In deze hal bevond zich een stalen vakwerkstructuur met daarop een klassieke dakstructuur voor sheddaken.</p>
Tekst: <p>Het sinds 1999 leegstaande Minderbroederklooster in Mechelen werd uitgebreid met enkele bijgebouwen en kreeg een verrassende herbestemming tot hotel. </p>
<p>De verbouwing van een kerk tot hotel is een schoolvoorbeeld van de voordelen van staal op het vlak van renovatie van het patrimonium. De lichte structuren zijn nauwkeurig geprefabriceerd, beperken de hinder op de werf, kunnen in een handomdraai worden gemonteerd, wat leidt tot nuttige plaatswinst en natuurlijke helderheid. Ze kunnen bovendien ten allen tijde worden aangepast, gedemonteerd en hergebruikt.</p>
Tekst: <p>Een ideale plaats om de principes van duurzaam bouwen op voorbeeldige wijze in de praktijk toe te passen is het bedrijvencentrum in Transinne, dat onderdak zal bieden aan hightechbedrijven die actief zijn in de ruimtevaartindustrie. Energiebeheersing staat centraal bij die principes van duurzaam bouwen. Bedoeling is tevens om een werkomgeving te creëren, waarin spaarzaam wordt omgesprongen met natuurlijke hulpbronnen en waar het ondanks de aanwezigheid van de autosnelweg toch aangenaam en comfortabel werken is. Het bedrijvencentrum lijkt wel een ‘gehucht’, bestaande uit geprefabriceerde gebouwen onder een groot glazen dak. </p>
<p>De innoverende staalstructuur is het resultaat van een zoektocht naar slanke figuren en zuinig materiaalgebruik. Ze combineert op elegante wijze semi-transparante daken met fotovoltaïsche gevels en biedt een comfortabele, aanpasbare en - op het vlak van natuurlijke bronnen - economische werkomgeving.</p>