Ter ontsluiting en behoud van het ketelhuis van de voormalig elektriciteitscentrale in Zwevegem krijgt het gebouw een nieuwe glazen gevel en een toegangsbrug.
De nieuwe gevel is ontworpen als een tweede huid die het bakstenen gebouw omhult. Om de glasconstructie licht te houden in uitzicht en gewicht wordt gekozen voor een stalen structuur die bovenaan het gebouw wordt opgehangen. De constructie wordt voornamelijk in trek belast, wat resulteert in een uiterst slanke, knikvrije structuur. Uitkragende vinnen en horizontale kokerprofielen vormen een brilvormige kroonlijst waaraan stalen trekkers hangen. Aan deze trekkers zijn platstalen raamkaders vast gebout die de glazen modules van gemiddeld 165 cm op 400 cm bevatten. Het geheel is vervaardigd in constructiestaal type S235J2. De brilstructuur wordt gekoppeld op de bestaande gevelkolommen die de verticale lasten van de nieuwe gevel afdragen.
De nieuwe voetgangersbrug verbindt het jaagpad langs het kanaal met het ketelhuis en refereert met de keuze voor een uitvoering in weervast staal ('corten') naar het veelvuldig staalgebruik in het ketelhuis. De brug heeft een overspanning van ca 26 m en is vervaardigd in cortenstaal type B S355J0W.
