De herbestemming van een oude kloostervleugel is zowel voor opdrachtgever als architect een creatief geestelijk proces geworden. De grote uitdaging lag in het samenbrengen van twee werelden waarin respect wordt getoond voor het verleden maar tegelijk een antwoord wordt gegeven op innoverende onderwijsvisies die vooral streven naar uitnodigende en verbindende gebouwen. In het project worden beide werelden naadloos samen gebracht.
Om het programma te kunnen realiseren werd gekozen voor een eigentijdse architectuurtaal met structurele elegantie. De voorgevel, geklasseerd als 'beschermd zicht' werd volledig intact gelaten, aan de zuidgerichte tuinzijde werd een uitbreiding opgevat als een verbrede transparante circulatiezone die de programma’s in verschillende richtingen met elkaar in verbinding brengt.
Om esthetische redenen maar vooral ook om het karakter van het kloostergebouw maximaal te bewaren werd gekozen voor de slankheid van staal. Het nieuwe transparante volume wordt overspannen met stalen liggers. Een grote luifel wordt gerealiseerd door af te steunen op de stalen kokerprofielen die een gordijnvliesgevel vormen.