Skip to main content

Sint-Annabrug over de Dender, Aalst

  • Tekst: <p>De nieuwe Sint-Annabrug over de Dender in Aalst kadert in de vernieuwing van de stationsomgeving. Het gaat om een beweegbare brug van 380 ton, waardoor de Dender bevaarbaar wordt voor schepen tot 1350 ton met een doorvaarthoogte tot 7 m. De nieuwe brug beantwoordt tevens aan de stijgende eisen inzake toenemend verkeer en veiligheid van fietsers en voetgangers.<br> Er werd gekozen voor een bovengrondse stalen basculebrug met tegengewicht in de bovengrondse armen. Er staat één arm per oever, wat het voordeel heeft dat het kunstwerk volledig binnen de waterweg valt en er dus geen plaatsverslindende brugkelders nodig zijn. Een kleine openingshoek volstaat om de schepen door te laten en maakt een snelle opening en sluiting van de brug mogelijk. Verder hebben bovengrondse basculearmen geen afmetingsbeperking die ondergrondse exemplaren in dure brugkelders wel hebben.<br> Deze stalen basculebrug is een primeur voor België.</p>

Scheepsdalebrug in Brugge

  • Tekst: <p>De Scheepsdalebrug is één van de belangrijkste toegangspoorten tot het centrum van de stad Brugge. Tot voor kort stond hier een draaibrug van het vierendeeltype. Die voldeed niet meer aan de huidige verkeerseisen en werd dan ook in 2009 gesloopt.<br> In de plaats kwam een 19 meter brede kantelbrug met 15 meter hoge rolarmen. Deze rolbasculebrug is in die zin uniek, omdat de hefbeweging langs de lengteas en dwars op de as van het kanaal geschiedt. Dit gebeurt hier niet rond een vast draaipunt, maar met een bewegend draaipunt, bestaande uit een boogvormig gedeelte dat op de onderbouw rolt. <br> Dankzij de nieuwe brug zijn er nu voor het wegverkeer twee rijvakken en een vrije busbaan. Afgescheiden daarvan zijn aan weerszijden brede fiets- en voetpaden. Een win-winsituatie, ook voor de scheepvaart, vermits de doorvaartbreedte werd vergroot van 16 naar 29 m.</p>

Veersteigers Haven Oostende en Nieuwpoort

  • Tekst: <p>Op 4 locaties in de haven van Oostende en Nieuwpoort werden ten behoeve van de overtocht met de veerboot, voor voetgangers en fietsers nieuwe aanlegsteigers en toegangsbruggen gebouwd. De gratis overzet vormt een mooi alternatief voor de mobiliteit inzake parkeren en het woon- werkverkeer.<br> De vlottende veerconstructie bestaat op iedere locatie uit een drijvend ponton dat vastligt met twee spudpalen, en een beweegbare aanloopbrug die meegaat met de getijden. De pontons van 30 m op 10 m en 10 ton wegen, bestaan elk uit 8 compartimenten die afzonderlijk geballast kunnen worden.<br> De beweegbare aanloopbruggen met een lengte van 41 m en een breedte variërend van 2,7 m tot 3,4 m, liggen langs landzijde op een taatsoplegging en op de pontons, op een roloplegging in gegoten roestvast staal. Het geheel is voorzien van leuningen met kabels in roestvast staal. Later wordt onder de handgreep een ledverlichting geplaatst.<br> De corrosiebescherming voor deze brug dient te voldoen aan de corrosiebelastingscategorie C5M en Im2. Er werd gebruik gemaakt van een speciaal systeem uit de maritieme wereld in combinatie met opofferanodes.</p>

Rénovation du Viaduc de Landelies

  • Tekst: <p>Le viaduc de Landelies est un viaduc autoroutier de 375 m de long situé sur le R3 (ring de Charleroi) sur la commune de Montignies-le-Tilleul. En 2011 s'est terminé le chantier de remplacement des trois travées situées au-dessus de la Sambre. Ces travées étaient en béton précontraint et ont été remplacées par trois travées mixtes. Les piles ont été conservées. La travée centrale est constituée de neuf poutres treillis et d&rsquo;une dalle de béton. L&rsquo;originalité de ce projet d&rsquo;ouvrage d&rsquo;art réside dans la beauté architecturale de la structure acier, notamment les poutres treillis, bien visibles au-dessus de la Sambre. La collaboration des poutres avec la dalle est assurée via les goujons connecteurs. Les poutres ont été mises en place à partir d&rsquo;une barge se trouvant dans la Sambre. Les trois travées ont une longueur totale de 137 m, dont 68,60 m pour la travée centrale. </p>

Bruggen Beek en Tongerlo te Bree

  • Tekst: <p>Een reeks bruggen over de Zuid-Willemsvaart, waaronder die van Beek en Tongerlo in Bree, werden gebouwd na WO2 en waren aan vervanging toe.<br> Beide bruggen werden uitgevoerd als een dubbele loopbrug. De bogen lopen onder het wegdek verder tot aan de onderzijde van de pijlers. Door de buitenste bogen te kantelen ten opzichte van de verticale binnenste bogen, onstaat een mooi lijnenspel. De pijlers staan tussen het kanaal en het jaagpad waarover de brug verder tot aan de oever uitkraagt.<br> Doordat de nieuwe bruggen hoger zijn, steeg de doorvaarthoogte tot 7 meter, wat meer mogelijkheden biedt voor het scheepvaartverkeer.<br> De bruggen werden voorgemonteerd naast het kanaal, waarna ze door twee kranen op een ponton werden gehesen. Eén van beide kranen reed dan naar de overzijde van het kanaal waar de brug opnieuw met twee kranen op haar plaats werd gehesen.</p>

Sluizencomplex te Zemst

  • Tekst: <p>Door schade aan de staalconstructie van de bestaande zinkdeur van het sluizencomplex in Zemst werd besloten deze volledig te vervangen. De zinkdeur overspant een breedte van 26,8 m, heeft een hoogte van 9,5 m en weegt 125 ton.</p> <p>Op de plaatsen waar schade aan de deur was opgetreden, werd het ontwerp aangepast en geoptimaliseerd. Omdat het bestaande hefmechanisme niet vervangen werd, was het een uitdaging om het gewicht van de deur binnen de hefcapaciteit van het mechanisme te houden.</p> <p>De deur zelf is opgebouwd uit een verstijfde huidplaat die zijn belasting afdraagt naar zware verticale verstijvers. <br> Deze laatsten verdelen de belasting enerzijds naar een zware bovenregel in de vorm van een koker die draagt over de breedte van de sluiskolk, en anderzijds naar een onderregel die door middel van steunschoenen op een regelmatige tussenafstand zijn belasting afdraagt naar de drempel.<br> De aansluiting van de verticale verstijver aan de bovenregel en het ontwerp van de steunschoenen waren belangrijke aandachtspunten in het ontwerp.</p>

Belwind offshore Windfarm

  • Tekst: <p>De Belwind offshore windfarm bevindt zich op de Bligh zandbank in de Noordzee, op 45 km van Oostende. Met zijn 55 windmolens is dit het grootste offshore windmolenpark van België. Dankzij een maximumcapaciteit van 165 MW kan het 175.000 gezinnen van groene energie voorzien. De functie van het Offshore Transformer Station bestaat in de koppeling van alle 33 KV-kabels komende van de windmolens, aan de exportkabel 155 KV naar land. Hier vindt de omzetting en optimalisatie plaats van de stroom en spanning. Het onbemand station is &lsquo;remote controlled&rsquo;, meet 30 m bij 22 m en is 26 m hoog. Het totaal gewicht bedraagt 1150 ton, inclusief 540 ton staal.<br> De gebruikte staalmaterialen zijn S355 J2+N en S355 G8+N. Deze werden behandeld met een C5-M offshore verfsysteem en waar nodig verzinkt. De staalstructuur is uitgerust met een isolerende en brandwerende bekleding.<br> De complete module werd op 12 maanden opgeleverd.</p>

Pedeviaduct te Itterbeek

  • Tekst: <p>Het historische viaduct over de Pedevallei op de lijn tussen Brussel-Zuid en Sint-Katarina-Lombeek moest met 2 sporen worden verbreed.<br> Deze brug, die dateert van 1930, werd als monument geklasseerd, net als de biologisch waardevolle omgeving. Daarom moesten de karakteristieke eigenschappen van de brug zoveel mogelijk bewaard worden. Bij de renovatiewerken werd dan ook maximaal rekening gehouden met de oude plankenstructuur in het beton.<br> Eerst werd de onderbouw verstevigd. Aan de oude funderingszolen onder elke pijler werd door middel van naspankabels en een chemisch verankerde wapening een zwaar funderingsblok gekoppeld. Dit nieuwe blok rust op zowat 100 toegevoegde groutpalen. Voor de staalconstructie aan dit project werd ongeveer 10.000 ton staal gebruikt.</p>

Pont de la Résistance, Charleroi

  • Tekst: <p>Les travaux d&rsquo;extension du Métro Léger de Charleroi ont pris fin en 2012. Dans la boucle Sud, le tram sortira de la station et traversera la Sambre, via un nouveau pont courbe partiellement planté.  La conception du pont est particulièrement complexe. Sa portée est de 53 m, son poids est de 1060 Tonnes dont 500 tonnes de structures métalliques. L&rsquo;ouvrage est composé de 3 caissons droits, d&rsquo;entretoises métalliques, et d&rsquo;une dalle collaborante en béton armé.  Les difficultés rencontrées lors de l&rsquo;étude sont les conséquences de la géométrie du pont et des sollicitations présentes : courbure, dévers, différences de niveaux entre les deux quais, porte-à-faux, phénomènes dus à la fatigue, appuis sur des quais en porte-à-faux via une dalle souple.</p>