Tekst: <p>La façade en verre, orientée au sud, de l’accès entre deux bâtiments existants de la faculté louvaniste des Sciences sociales doit être équipée d’une protection solaire. Afin de transcender la simple fonctionnalité, il a été décidé d’y associer une œuvre d’art. La volonté de limiter le porte-à-faux et le poids du pare-soleil a entraîné le choix de l’acier.<br>
L’œuvre d’art, placée environ 40 cm devant la façade, est un texte écrit en lettres d’acier inoxydable. Le lettrage extérieur contribue à l’identité et au caractère reconnaissable du bâtiment.<br>
Afin de réduire le coût élevé du placement de lettres indépendantes, il a été décidé de réaliser un poème en lettres négatives, un pare-soleil étant créé au moyen d’éléments considérés de prime abord comme matériau résiduel.</p>
Tekst: A new municipal school was to be built in Heestert with preschool and primary sections, various parts of which – for example the sports hall and dining room – were to be used intensively outside school hours. The aim was to accentuate and build upon this interwovenness with the village centre and surrounding housing in the design. Orientation was a key consideration, with careful positioning of the school building creating various outdoor spaces, each with their own identity. The southern section has been kept low to maximise lighting and the building is folded to create a view of, and sense of connection with, both the village centre and the park. The architecture strives to create a recognisable form, and steel is everywhere: in the elements of the supporting structure, the canopy, the liner trays of the sloping roofs and in the profiled steel sheet for the roof and facade cladding.
A new municipal school was to be built in Heestert with preschool and primary sections, various parts of which – for example the sports hall and dining room – were to be used intensively outside school hours. The aim was to accentuate and build upon this interwovenness with the village centre and surrounding housing in the design. Orientation was a key consideration, with careful positioning of the school building creating various outdoor spaces, each with their own identity. The southern section has been kept low to maximise lighting and the building is folded to create a view of, and sense of connection with, both the village centre and the park. The architecture strives to create a recognisable form, and steel is everywhere: in the elements of the supporting structure, the canopy, the liner trays of the sloping roofs and in the profiled steel sheet for the roof and facade cladding.
Tekst: De nieuwe bibliotheek voor de vakgroep Architectuur en Stedenbouw aan de Universiteit van Gent is opgevat als een groot paviljoen-achtig meubel met drie verdiepingen, dat de ruimte onder het balkon in de voormalige practicumzaal inneemt. De perimeter van de bibliotheek wordt gevormd door boekenkasten. Door hier een hekwerk voor te schuiven wordt de collectie wel of niet toegankelijk, om zodoende de boeken te beschermen bij andere activiteiten, zoals recepties en lezingen, ...
Tekst: <p>De esthetiek van het fietspaviljoen op de site van het OCMW Halle sluit door de toepassing van strekmetaal (SIGMA 115 S van Métal Déployé Belge), aan op de reeds aanwezige elementen zoals de buitennoodtrap de enveloppe van een ventilatieschacht. <br />De staalstructuur van het fietspaviljoen bestaat uit HE 120 B-kolommen en IPE 240-liggers in staalkwaliteit S235JR en werd thermisch verzinkt (90 μm). Deze werd opgebouwd op de betonnen keerwanden die de aanwezige taluds opvangen. <br />Van het aanwezige hoogteverschil en het huidige talud wordt handig gebruik gemaakt om het gebouw in te delen in twee niveaus. Het niveauverschil tussen de beneden- en de bovenstalling wordt afgeschermd met een kabelnet in roestvast staal met grote maasopening. (X-TEND DIN 1.4401 / AISI 316) zodat de openheid en het zicht tussen de twee delen gegarandeerd blijft. <br />Beide gedeeltes worden uitgerust met oplaadvoorzieningen voor elektrische fietsen, verlichting en camera-bewaking.</p>
Tekst: <p>Légiapark in Luik is een complex van twee gebouwen die gebouwd zijn op de voormalige kolenmijn Patience en Beaujonc, tegenover Mont-Légia, het nieuwe ziekenhuis van het CHC. Het is ontworpen om onderdak te bieden aan bedrijven die actief zijn in de biotechnologie en biowetenschappen. </p>
<p> Het complex bestaat bestaat voornamelijk uit BL2 laboratoria, cleanrooms, kantoren, co-working ruimtes en een trainings- en conferentiecentrum. De R+2 of R+3 gebouwen zijn gebouwd rond buitenpatio's die gedeeltelijk bedekt zijn met fotovoltaïsche luifels om de zonnewarmte in de gebouwen te beperken en lokaal elektriciteit te produceren. De installatie wordt gecompleteerd door fotovoltaïsche panelen op de platte daken van de gebouwen, met een totale output van 546 kWp. De buitengevels zijn voorzien van gemotoriseerde zonwering om verblinding en oververhitting te voorkomen. </p>
<p>De fotovoltaïsche luifels zijn gemaakt van staal en bestaan uit 18 m hoge 'bomen' en een stalen grid dat de fotovoltaïsche panelen ondersteunt.
Het gebruik van parametrische berekeningssoftware maakte het mogelijk om de geometrische vorm van de stalen kolommen die de luifels ondersteunen te optimaliseren en zo de hoeveelheid gebruikt materiaal te minimaliseren, met inachtneming van de wens van de architect voor een 'organische' structuur. </p>
Tekst: <p>Situé rue du Viaduc à Ixelles, le projet conjugue la rénovation lourde d’un bâtiment partiellement classé à la transformation et l’ajout de volumes annexes destinés à abriter une halte garderie et une cafétéria. Dès l’extérieur, le projet se caractérise par l’utilisation de grilles en acier inox, découpées au laser suivant un motif de carte géographique. La densification progressive du bâti, révélée par ces documents, se marque à l’identique dans la proportion des pleins et des vides des tôles utilisées en parement. Cette peau métallique, tantôt horizontale, tantôt verticale, unifie les espaces et conduit naturellement l’auvent vers les espaces privatifs dans lesquels la cohérence se prolonge par l’utilisation complémentaire d’autres éléments d’inox utilisés en parachèvement. Le choix s’est rapidement porté sur l’acier inox pour ses qualités de solidité et de durabilité ainsi que pour l’aspect brillant uniforme.</p>
Tekst: <p>Le centre des voyageurs, qui comprend des salles d’attente, une galerie commerçante et l’accès au parking est situé sous les voies, au même niveau que la place piétonne devant la gare. Une galerie centrale rythmée par des voûtes de béton assure la liaison avec les parkings du côté collines et abrite escaliers et ascenseurs d’accès aux quais. <br>Les vitrines des boutiques et centre d’accueil sont réalisées, à partir de plats en acier inoxydable, cintrés dans 2 dimensions pour encadrer les verres bombés (poids d’un vitrage : 550 kg). La gageure : épouser parfaitement la forme tout à fait particulière de la baie en béton. En alliant les techniques de cintrage, découpe au laser et soudage, et après avoir relevé les 26 baies à l’aide d’un gabarit réglable en acier, le cadre (d’une seule pièce) est posé sur site pour recevoir le vitrage. Une seconde pièce rapportée permet la fixation de celui-ci. Le tout est en acier AI SI 304 fini par brossage mécanique.</p>
Tekst: <p>Le projet de couverture de la gare de Leuven fait partie d’un projet global de rénovation de la station existante et de ses environs. Les parties plus particulièrement concernées sont la façade et l’auvent vers Kessel-Lo. Les ouvertures du métal déployé réduisent les turbulences d’air générées par les trains qui entrent en gare ou qui en sortent, ainsi que l’influence du vent sur la structure. La façade et les auvents longitudinaux protègent également les voyageurs contre les intempéries. La façade est suspendue aux arcs principaux qui supportent la couverture située au-dessus des rails. La structure de la façade, en acier galvanisé, supporte les vitrages au moyen de profils en T et en L. La façade est pourvue de coursives d’entretien en caillebotis d’acier et de rails de sécurité. Les vitrages des auvents sont suspendus aux profils tubulaires structurels en acier, qui sont eux-mêmes suspendus à la structure de la façade. Dans une perspective écologique, les principes structuraux visent à une utilisation optimale de la matière afin de réaliser une structure présentant un poids mort minimal.</p>
Tekst: <p>Le projet consiste dans la réalisation de 6 ensembles de charpentes en acier pour les ascenseurs panoramiques transportant les usagers depuis la galerie commerciale aux quais d’embarquement et aux passerelles supérieures d’accès. La réalisation est faite d’une structure tubulaire légère en acier inoxydable. Elle est constituée d’anneaux successifs reliés par des fines colonnes. Les travaux devaient également comprendre la mise en œuvre de la vitrerie bombée. Les verres feuilletés sont pincés par des plats métalliques sur les anneaux. Les parties techniques de l’ouvrage sont habillées par de la tôlerie en inox brossé grain 320 qui marque l’extrémité supérieure des cages d’un couronnement scintillant. L’aspect esthétique est en cohérence avec le reste du bâtiment et plus particulièrement les châssis en acier des vitrines des boutiques.
</p>
Tekst: <p>Het gebouw ARTUR (Associatie RadioTherapie – Urgences) is een nieuw deel van het Centre Hospitalier Émile Mayrisch (CHEM). Het biedt onderdak aan een nieuwe ontvangstruimte, de spoeddienst, de chirurgische polikliniek van het CHEM, evenals een uitbreiding van het Centre National de Radiothérapie François Baclesse. Dit nieuwe gebouw heeft als taak een verbinding tot stand te brengen met de bestaande gebouwen, onderdak te bieden aan ruimten met een sterk technisch karakter (zoals de operatiekamers bijvoorbeeld) en de patiënten op een aangename manier te ontvangen. Door zijn ontwerp te richten op zowel het gebruik als de symboolwaarde, op de techniek als op het beeld is de architect erin geslaagd een ruimte van vertrouwen te creëren waar de patiënt zich individueel behandeld voelt.</p>
<p>Het gelijkvloers en de luifel vormen een sokkel in weervast staal die de nieuwe hoofdingang van het Centre Hospitalier aangeeft. De buitenwand van de trappenhal bestaat eveneens uit platen in weervast staal waarin horizontale uitsnijdingen zijn aangebracht.<br />De gevel van het gebouw bekleedt de functie van beschermende huid. Een gegalvaniseerd stalen structuur draagt de beglazing met een zeefdruk van horizontale lijnen die aan de sequentie van DNA doet denken. Die horizontale lijnen treffen we ook in het gebouw aan, zowel in de ontvangstruimtes, de wachtzalen en de spoeddienst.</p>
Ondertitel: Nieuw jasje van weervast staal en glas
Award: Genomineerd
Tekst: <p>Om een oude elektriciteitscentrale nieuw leven in te blazen, besloot de gemeente Zwevegem de Transfosite een herbestemming te geven. Ze werd ingericht als centrum voor recreatie en cultuur. De site werd in 1999 als industrieel erfgoed geklasseerd.
Bij de renovatie werd het gebouw letterlijk in een nieuw jasje gestoken. Het complex kreeg een gevelbekleding van maar liefst 167 ton. Deze is enerzijds opgebouwd uit Cortenstaal, bevestigd op een achterliggende structuur van kokerprofielen met een roestkleurige poedercoating en anderzijds uit een vliesgevel uit gehard gelaagd glas geklemd in gemetalliseerde en gelakte klemprofielen. De Cortenstalen gevel meet 20 m in lengte en 16 m in hoogte. Het corrosieproces werd versneld met een oxidator en gestopt met een roestfix. De gevelbekleding werd opgehangen aan de bestaande structuur. De stalen raamkaders werden aan uitkragende vinnen gehangen. Deze zijn bevestigd zijn aan de ontdubbelde kolommen van de oude gevel.</p>