Tekst: <p>Passerelle t’Serstevens, die toegankelijk is voor voetgangers én fietsers, overbrugt de Samber in Thuin (Henegouwen). Ze verbindt de stationswijk en lijn 109 van de RAVeL met de andere oever, waar zich het commercieel centrum en het schipperskwartier bevinden. De passerelle is opgetrokken op de restanten van een oude brug. <br>
De boogvormige structuur is van het Vierendeeltype. De opleggingen zijn ingeklemd onder het eigengewicht van de beplanking in Azobé. De breedte van de brug bedraagt 6,27 m en de overspanning 40 m.</p>
Ondertitel: Een ‘glazen tunnel’ in het stalen vakwerk
Tekst: <p>Om de toegang tot de perrons in het station van Bettembourg (LU) te verbeteren voor personen met beperkte mobiliteit, werd besloten om een nieuwe voetgangersbrug met liften te bouwen.</p>
<p>De stalen draagconstructie bestaat uit kokervormige boven- en onderbalken verbonden door onregelmatig georiënteerde holle profielen, in functie van de statische behoefte. De loopbrug is zo’n 56 m lang en is uitgerust met 4 liften en 4 trappen. </p>
<p>Het overdekte deel van de loopbrug heeft glazen wanden en een stalen dak, die zich binnenin de draagconstructie bevinden. Deze ‘glazen tunnel’ wordt overspoeld met licht, biedt een perfecte transparantie en verhoogt zo het gevoel van veiligheid.</p>
<p>De liftschachten zijn gemaakt van in de massa gekleurd gewapend beton. Ze geven de stalen structuur horizontale stabiliteit, waardoor zeer slanke, niet geschoorde pijlers konden worden gebouwd.</p>
Ondertitel: Een S-vormige weervast stalen sculptuur
Tekst: <p>De afwezigheid van tussensteunpunten bij de passerelle bij station Sint-Agatha-Berchem, versterkt het sculpturale uiterlijk van de brug. <br>
Constructief zit het ontwerp slim in elkaar: torsiestijve dragende balustrades ondersteunen brugdek en traptredes, de balustrades zelf steunen op uitkragende balken die één geheel vormen met het staalwerk van de liftschachten.<br>
De S-vorm zelf is opgebouwd uit een rechte oversteek direct boven het spoor en twee gekromde en licht uitwaaierende trappen aan weerszijden. De dragende balustrades bestaan uit samengestelde kokers met een hoogte van zo’n 166 cm en een wanddikte van 20 mm. De gehele S-vorm is één aan elkaar gelaste constructie, die volledig integraal is verbonden met de betonnen fundering. Thermische uitzetting wordt opgevangen in de bochten van de trappen.<br>
Ook de verbindingen tussen liftschachten en brugconstructie zijn stijf en middels lasverbindingen uitgevoerd. De eenzijdige uitkraging zorgt voor een ongebruikelijk krachtenspel in de schachtconstructie, met druk- en trekkolommen. Voor de staalbouwer was dit een uitdaging, die verder werd vergroot doordat de liftkokers om esthetische redenen zijn uitgevoerd als vierendeelconstructie, dus zonder diagonale windverbanden.</p>
Tekst: <p>In opdracht van Infrabel werden in Sint-Agatha-Berchem en Ganshoren – ten noorden van Brussel – twee bijzondere passerelles gebouwd. Beide constructies overbruggen de L50-lijn en zorgen ervoor dat voetgangers en fietsers het spoor veilig en comfortabel kunnen kruisen. Aangezien ze haast volledig uit weervast staal (‘corten’) bestaan, bieden ze bovendien ook een esthetische meerwaarde voor de (rand)stedelijke omgeving.</p>
Tekst: <p>De nieuwe Peterbospasserelle vervangt een oude hou-ten voetgangersbrug in hout die in zo’n slechte staat verkeerde dat ze moest gesloten worden. Ze verbindt de wijk Peterbos met het Scheutveldpark en overbrugt de Maria Groeninckx-De Maylaan in Anderlecht. <br>
Het project valt op door zijn structurele juistheid en de verfijnde tekening van de verschillende elementen die harmonisch bij elkaar passen. De gekozen vorm is die van het buigmoment van een ligger die gelijkmatig op drie steunpunten belast wordt. Men hoeft geen ingenieur te zijn om een overeenstemming te vinden tussen de architectu-rale vorm en het spel van de krachten doorheen de materialen. De bogen zijn samengesteld uit stalen buizen die geleidelijk aan verwijden om uit te lopen op de brugpijlers. De trekstangen bestaan uit stalen profielen die onder de balken in azobé zijn aangebracht. De overspanningen bedragen respectievelijk 30 m en 27 m. </p>
Tekst: <p>Le pont cycliste métallique près du site Brucargo à Steenokkerzeel était un chaînon manquant de la piste cyclable F214, qui relie la gare de Vilvorde à la zone de cargo de l'aéroport de Zaventem.<br>
Une hauteur libre de 5,80 m était nécessaire pour permettre aux transports lourds de passer sous le pont. Un pont en treillis efficace a été choisi, ce qui a également permis de réaliser des culées aussi compactes que possible. La portée au-dessus de la N21 est de 48 m.<br>
Un garde-corps ouvert de 1,2 m de haut avec des piliers élégants et inclinés a été choisie. Un éclairage LED a été incorporé dans ces garde-corps afin d'optimiser le guidage des cyclistes sur le pont.<br>
La rampe d'accès Sud passe au-dessus du tunnel Diabolo. Un talus de 2,3 m devait être réalisé sur ce dernier. Un remblai aurait exercé une charge trop lourde pour le tunnel ferroviaire, c'est pourquoi une solution innovante a été envisagée. L'utilisation d'un polymère léger (polystyrène) recouvert d'une fine couche de terre assure la stabilité.</p>
Ondertitel: Een semi-integrale structuur van weervast staal
Award: Award 2023 - Nomination
Tekst: <p>Als onderdeel van het infrastructuurproject "Pôle d'échange multimodal de la Gare d'Ettelbruck" - gelegen op ongeveer 30 km ten noorden van de Luxemburgse hoofdstad – werd de nieuwe Pattonbrug gebouwd over de rivier de Sûre en de spoorlijn Luxemburg-Troisvierges. De 170 m lange staalbetonbrug maakt deel uit van de rijksweg N7, met drie rijstroken en een breed fietspad dat toegang biedt tot het knooppunt. </p>
<p>De semi-integrale structuur van weervast staal heeft een complexe geometrie door de dubbele kromming van de wegas in de ruimte, bepaald door een sterke kromming in bovenaanzicht. Het project is volledig gebaseerd op het idee van een integrale draagconstructie. Het ontwerp van de constructiedetails als verbinding tussen de elementen van de draagconstructie is daarom van bijzonder belang om het gewenste integrale gedrag van de draagconstructie te garanderen. De Pont Patton werd ontworpen als een constructie die geen opleggingen ter hoogte van de pijlers nodig heeft. De constructie is dus ingebed in de pijlers, die op hun beurt zijn ingebed in de funderingen. Dit biedt een groot voordeel op het vlak van onderhoud, aangezien er in de toekomst geen opleggingen hoeven te worden vervangen.</p>
<p>Bij het ontwerp van de verbindingsdetails werd er goed op gelet dat de constructie bestand was tegen vermoeiing, zodat noch de spanningen van het voorbijrijdende wegverkeer noch die van de tram de levensduur van de constructie zouden beïnvloeden.</p>
<p>De plaatsing van de stalen kokers (met een totaalgewicht van ongeveer 1.156 ton, plus 40 ton voor de deuvels) werd gedeeltelijk uitgevoerd door ‘lancering’, waardoor de rivier de Sûre kon worden overgestoken en de hinder voor het treinverkeer bij het overbruggen van de spoorweg kon worden beperkt. Deze plaatsingstechniek kwam ook naar voren als meest geschikte methode door het gebrek aan toegankelijke zones rond de rivier en het spoor.</p>
Opdrachtgever: Ministère de la Mobilité et des Travaux publics - Administration des Ponts et Chaussées, Luxembourg (LU)<br>InCA Ingénierie, Niederanven (LU) (direction des travaux)
Tekst: <p>De realisatie van het Seine-Scheldeproject gaat gepaard met de verbreding van de Schelde in Doornik. Het nieuwe vaartracé kwam in botsing met de voormalige brug – niet alleen met de pijler op de rechteroever, maar ook met de onderkant van het brugdek, aangezien er een vrije hoogte van 7 m vereist is. Om de impact op het landhoofd te beperken, maakte het bestaande bruggeheel plaats voor een slankere variant. <br>
Het gebruik van staal lag voor de hand, zeker gezien de overeenstemmende tinten van de breukstenen van de landhoofden en het geverfde staal.</p>
Tekst: In het kader van de realisatie van een multimodaal mobiliteitsknooppunt aan het station van Ettelbruck werd er een nieuwe Pont Patton opgetrokken. Dit maakte het mogelijk om voorrang te geven aan bussen en voldoende ruimte te bieden voor zachte mobiliteit, maar ook om de onderliggende spoorbreedte te vergroten conform de nieuwe normen van de Luxemburgse spoorwegmaatschappij. De brug, die is opgevat als een gemengde staal-betonstructuur met drie overspanningen, heeft een totale lengte van 175 m. Het brugdek is een gesloten stalen koker met consoles aan de zijkanten (met een tussenafstand van 5 m). De koker is in de lengterichting gebogen volgens een krommingsstraal van 120 m en verzonken ter hoogte van twee tussenliggende pijlers. Het bovenste deel van de brug is uitgerust met twee rijbanen, een dienststrook, een fietspad en een busstrook.
Ondertitel: Stalen tuibrug met twee liftschachten als masten
Tekst: <p>De Reepbrug over de Leie in Kortrijk is de laatste in de rij van acht bruggen die werden vervangen om het vaargabarit te vergroten. De nieuwe voetgangersbrug verbindt de westelijke tip van het eiland Buda met de wijk Overleie.</p>
<p>De nieuwe Reepbrug is een stalen tuibrug die de twee liftschachten gebruikt als masten. In dwarsdoorsnede steunt het brugdek op twee randbalken gemaakt uit een eenvoudige dikke stalen plaat. Het brugdek is een gesloten koker – met brugdekplaat, dwarsverstijvers en onderflens – om de torsiestijfheid te vergroten. Het 62 m lange en 3 m brede brugdek is op de twee uiteinden door middel van scharnieren verbonden met de liftschachten en opgehangen aan 4 kabels, type Fully-locked, met diameter 63 mm. </p>
<p>De dakplaat van de liftschachten liggen in het verlengde van de kabels, ook de dikke lijfplaten van het brugdek het een vormgeving om de kracht van de kabels mooi in te leiden.<br>
De gehele structuur is integraal, de vakwerkstructuur van de liftschachten is monolitisch verbonden in de kelder wanden en paalkoppen. </p>
Ondertitel: Rijdekken sneller, goedkoper en lichter versterken
Tekst: <p>De Suurhoffbrug op de A15 is de enige verbinding naar de Maasvlakte en onmisbaar voor het Rotterdamse havengebied. Door de toename van het (zware) vracht- en personenautoverkeer bleek de brug (1972) toe aan renovatie. </p>
<p>De versterking van het rijdek is uitgevoerd met 30 mm dikke, stalen versterkingsplaten van elk circa 4x10 m. Deze platen zijn bevestigd op het brugdek met voorspan-injectiebouten. Om één geheel te creëren, zijn alle afzonderlijke platen aan elkaar gelast. Tot slot is de ruimte tussen de bestaande dekplaat en de versterkingsplaten gevuld met een epoxylijm. De vermoeiingscapaciteit van het bestaande dek is verbeterd door de spanning onder verkeersbelasting in het bestaande dek aanzienlijk te reduceren. De composietwerking van het bestaande dek en de versterkingsplaten is geborgd door zowel de boutverbinding als de epoxy. </p>
<p>Er werd tijdelijke boogbrug naast de huidige brug geplaatst, zodat de verkeersdruk in de renovatieperiode over twee bruggen verdeeld kan worden.</p>
Tekst: <p>De voetgangers- en fietsersbrug het natuurgebied van de Kalkense Meersen in Laarne, is gebaseerd op een principe van structurele vereenvoudiging: elk element heeft een structurele rol. De structuur heeft geen secundaire elementen: de dragende boog is direct geïntegreerd in de borstwering.</p>
<p>De loopbrug heeft een tweevoudig structureel gedrag: een bowstringstructuur voor symmetrische belastingen en een vakwerkstructuur voor asymmetrische belastingen. De twee structuren zijn direct geïntegreerd in de balustrade en vormen zelf de balustrade. Een eenvoudige 12 mm dikke staalplaat wordt in opeenvolgende driehoeken gesneden om de leuning te vormen. De geometrie van deze uitsparingen creëert een symmetrisch grafisch ontwerp zonder materiaal te verspillen. </p>
<p>De dwarsdoorsnede van de structuur is U-vormig. Het brugdek bestaat uit 'stalen planken' gemaakt uit 3 mm dikke, geplooide, weervast staalplaat.</p>
<p>De constructie, die volledig van weervast staal is gemaakt, heeft een overspanning van 25 m en een nuttige breedte van 3 m. Het totale gewicht van de loopbrug is slechts 10 ton, of ongeveer 135 kg/m².</p>